Een brughoektumor wordt ook wel vestibularis schwannoom of acusticus neurinoom genoemd. Dit is een goedaardig gezwel dat ontstaat in de hoek tussen de hersenstam en de kleine hersenen: de brughoek. Een brughoektumor is geen hersentumor, maar een gezwel dat meestal zeer langzaam groeit en niet uitzaait. Brughoektumoren zijn dus goedaardig, de levensverwachting verandert door een brughoektumor niet. Gehoorvermindering is één van de veelvoorkomende klachten.
Omdat een brughoektumor ontstaat bij de gehoor- en evenwichtszenuw, leidt dit vaak tot de volgende klachten en symptomen:
Over oogklachten bij een brughoektumor is niets bekend.
Er is geen verband tussen de ernst van de klachten bij brughoektumor en de omvang of de groeisnelheid van de tumor. Zo kan een kleine brughoektumor veel klachten geven en een grote tumor juist geen tot nauwelijks klachten. Het erger worden van de klachten wil dus niet zeggen dat de tumor (veel) groter wordt. Net als dat het verminderen van de klachten niet wil zeggen dat de groei gestopt of gestabiliseerd is. Bij grote brughoektumoren kunnen ook klachten als hoofdpijn voorkomen door een te hoge druk in het hoofd. In sommige gevallen wordt de brughoektumor bij toeval ontdekt zonder dat er klachten bestaan. Een gehoortest en een ‘elektrische gehoortest’ (BERA) kunnen wijzen in de richting van een brughoektumor. Daarna stelt een KNO-arts na een MRI-scan meestal vast dat het om een brughoektumor gaat.
De oorzaak van een brughoektumor is niet bekend. Het is dus niet te zeggen wat u moet doen of laten om te voorkomen dat bij u een brughoektumor kan ontstaan. In Nederland krijgen ieder jaar ongeveer 320 nieuwe patiënten de diagnose brughoektumor.
Aan de hand van uw verhaal, een gehoortest (audiogram), een evenwichtsonderzoek, een KNO-onderzoek en een MRI-scan kan de diagnose brughoektumor vrijwel zeker gesteld worden. Het nemen van een biopt (stukje tumorweefsel) is niet nodig. Doordat er verschillende behandelingen voor een brughoektumor zijn, is een goede diagnose zeer belangrijk.
Bij een brughoektumor is het zelden nodig om direct na de diagnose een behandeling te starten. De reden is de trage groei van de tumor waardoor deze bijna nooit een direct gevaar voor de gezondheid vormt. In de praktijk is er maar één goede reden om tot een ingreep over te gaan, namelijk het voorkomen van een levensbedreigende situatie door groei van de tumor.
Is een ingreep (uiteindelijk) wel nodig? Dan is het belangrijk om te weten dat de bestaande klachten meestal niet verdwijnen. Behandeling van de brughoektumor is dus puur gericht op het voorkomen van erger. Dat maakt de keuze voor een behandeling niet eenvoudig, zeker niet voor de patiënt. Daarom volgen gesprekken met de KNO-arts, een neurochirurg en een radiotherapeut. Zij helpen om een weloverwogen beslissing te nemen en een individueel behandelplan op te stellen. Bij de behandeling van een brughoektumor zijn er drie mogelijkheden:
In het algemeen wordt gestreefd naar één behandeling, dus óf een operatie óf stereotactische bestraling. Een gecombineerde behandeling geeft namelijk meer behandelingsrisico’s. Een keuze voor opereren komt tot stand na een uitvoerige analyse door een team dat bestaat uit een KNO-arts, neurochirurg, radioloog en een radiotherapeut en in overleg met de patiënt. Bij een operatie zijn er drie benaderingen mogelijk:
De optimale benadering hangt af van de exacte plek en omvang van de brughoektumor en van de mate van gehoorvermindering. De KNO-arts overlegt met u welke benadering de voorkeur heeft. Een operatie van een brughoektumor is een complexe ingreep en wordt uitgevoerd door een team van twee specialisten: een KNO-arts en een neurochirurg, 2 KNO-artsen of 2 neurochirurgen. Met de hulp van geavanceerde apparatuur zorgen zij ervoor dat omliggende zenuwen en hersenweefsel zo min mogelijk beschadigd raken.
Het doel van een operatie is altijd om de brughoektumor zo compleet mogelijk te verwijderen. Bij een kleine tumor is dat makkelijker dan bij een grote tumor. Om de aangezichtszenuw zo min mogelijk in gevaar te brengen, wordt een heel klein restant achtergelaten. Omdat een brughoektumor niet kwaadaardig is, vormt dat restant geen direct gevaar en is er weinig kans dat hij weer snel gaat groeien.
Het verwijderen van een brughoektumor is een grote operatie met een hersteltijd van gemiddeld 4 weken. Direct na de operatie kan er sprake zijn van vermoeidheid. De meeste patiënten herstellen voorspoedig en kunnen kort na de operatie weer sociaal en professioneel functioneren. De belangrijkste negatieve gevolgen van een operatie kunnen zijn:
Lees hier het verhaal van Ronne de Wilde over haar ervaringen met een brughoektumor.